Verklaring afgelegd voor den Schout, Burgemeesteren en Schepenen van Utrecht door Willem van Sonneberch, Baljuw van Brederode, ten verzoeke van Geertruid van Bronkhorst en Batenborg, erfdochter te Honnepel, dat Henrik, Heer te Brederode, bij zijn verstand was, toen hij Johanna van Brederode, Vrouw te Hunnepel, zijn zuster, tot zijn erfgename institueerde, 14 Juli 1581. Perkament met 1 uithangend zegel.